Zegenen ja of nee?
Op de derde avond in de serie was ds. Speelman uit Barendrecht in ons midden. Nadat hij door Lein Geschiere welkom geheten was en aan de aanwezigen voorgesteld was, hield hij een korte inleiding over het zegenen van een relatie. De tekst hiervan kunt u verder hieronder lezen.
Daarna was het woord aan de aanwezigen: zij werden verdeeld in vier groepen, die ieder als kerkenraad een (fictief) verzoek tot inzegening van een homoseksuele relatie moesten behandelen. Een gedeelte uit de brief:
“Wij vinden het belangrijk, dat onze relatie gezegend wordt. Ik wil Evert ten overstaan van God en de gemeente trouw beloven. En dat terug ontvangen. Een zegen betekent voor mij, dat God zich over onze liefde verheugt en zich erover ontfermt en er ruim baan voor maakt in ons eigen hart en in de mensen om ons heen. Ik heb geen idee of mijn ouders zouden komen bij zo’n dienst. En het is waarschijnlijk ook teveel gevraagd, maar ik zou zo graag willen, dat zij zich na afloop ook een beetje gezegend zouden voelen” (Gerard, 26)
Na uitvoerig beraad, besloten alle vier de kerkenraden (onafhankelijk van elkaar) dat dit verzoek gehonoreerd moest worden, in principe op dezelfde wijze als een huwelijksbevestiging van een heterofiel huwelijk. Daarbij zou extra pastorale aandacht worden besteed aan de ouders, en aan gemeenteleden die hier eventueel moeite mee zouden hebben.
Ter afsluiting van de avond en van het gehele projekt, keken en luisterden we naar een diaklankbeeld “Het visioen van de liefde”.
Inleiding
Hieronder staat de tekst van de inleiding van ds. Speelman:
Het is de bedoeling dat u vanavond in groepjes uiteengaat en dat iedere groep zich opstelt als een kerkenraad waar het verzoek op tafel ligt van een homoseksueel vriendenpaar, dat hun relatie wordt gezegend in het midden van de gemeente. Zo wordt het een beetje praktisch: u moet stemmen om tot een besluit te komen en de verwachting is dat in de aanloop daarnaartoe de onderwerpen van de vorige avonden nog eens aan bod komen. Het is dus ook een soort samenvatting en afsluiting van het geheel. Mij is gevraagd deze avond in te leiden; zo kort mogelijk, want er staat vanavond heel wat op het programma.
1. De zegen van een relatie.
Het begrip zegen hoort bij de schepping. Het is het goede van het geschonken leven en het is dus (als scheppingsgave) beschikbaar voor alle mensen. Wat is nou de zegen van een relatie in deze tijd, of, wat precieser: wat is de zegen van een seksueel bepaalde relatie? (Want daarover gaat het in de vraag aan de kerkenraad.) De seksueel bepaalde relatie kennen we vooral in de vorm van het (hetero)huwelijk, maar tegenwoordig ook als homohuwelijk. Ondanks alle veranderingen (en mislukkingen) wordt zo’n relatie tegenwoordig nog massaal nagestreefd. Waarom?
Mensen hebben zoiets nodig, om mens te blijven. In onze door de economie overheerste samenleving is de mens een vervangbaar onderdeel geworden. Stop je met werken? Alles draait gewoon door zonder jou. Men is eigenlijk niemand. In de paarrelatie ben je iemand. De ander wil alleen jou. Uit talloos veel miljoenen. Zo voel je je echt iemand, tenminste… als je die ander, die jou kiest, bijzonder vindt. Bij dat laatste beginnen meestal de problemen, maar daar gaat het nu niet over. Waar het nu om gaat is, dat vanwege deze functie een paarrelatie exclusief en duurzaam moet zijn. Exclusief: jij bent de enige; dat rechtvaardigt jouw bestaan. Duurzaam: want als de relatie wordt beëindigd, ben je toch weer vervangbaar, kennelijk. De seksuele omgang is nu binnen de seksuele paarrelatie hèt symbool van deze exclusiviteit: dit is alleen voor jou. (Bij de Rooms-katholieken is dit zelfs het sacrament, dat de partners aan elkaar bedienen.)
Dat is dus tegenwoordig de zegen van de seksuele paarrelatie: je uniek voelen; je wordt bemind omdat je bent wie je bent. En de seksualiteit staat in dienst daarvan.
Dat is undertussen een behoorlijke verandering vergeleken met bijbelse tijden. Toen had seksualiteit een heel andere functie, stond in dienst van de voortplanting. Dat is bijvoorbeeld goed te zien aan een tekst als Genesis 4:25: “Adam had weer gemeenschap met zijn vrouw en zij baarde een zoon.” Daar is seksualiteit voor: kinderen krijgen. De daarmee corresponderende huwelijksvorm is polygamie. Een huwelijk met meer vrouwen is het mooiste, want levert de meeste kinderen op. Een vrouw met meerdere mannen levert niks extra’s op en is dus niet interessant. Bij deze opvatting van seksualiteit is er natuurlijk weinig waardering voor homoseksualiteit. Daar komen geen kinderen van. Flavius Josephus verwijt de homoseksuelen dan ook dat zij er nog verantwoordelijk voor worden dat de aarde leeg en onbewoond raakt. Eigenlijk zijn zij moordenaars, overtreders van het 6e gebod.
Eigenlijk biedt deze laatste opmerking een mooi handvat om te bepalen hoe we mogen omgaan met de bijbelse geboden en voorschriften. In Deuteronomium 4:13 zegt Mozes: “En Hij (God) maakte u het verbond bekend, dat hij u gebood te houden, de Tien Woorden, en Hij schreef ze op twee stenen tafelen. En mij gebood toen de Here u inzettingen en verordeningen te leren, opdat gij die zoudt nakomen in het land waarheen gij trekt.” Er is dus verschil tussen de 10 geboden (van God) en de verordeningen, uitwerkingen daarvan (van Mozes) met het oog op de situatie van het agrarisch leven in Kanaän. Calvijn past deze benadering toe op het renteverbod in het Oude Testament. Je mag geen rente vragen van je volksgenoot (Deuteronomium 23:19-20). Wanneer leende je in die samenleving? Als je in nood verkeerde. Dan mag je zo iemand niet nog dieper in het moeras duwen door rente te vragen. Maar nu, zo zegt Calvijn, lenen mensen geld om daarmee nog rijker te worden. Een heel andere situatie, en dus mag je wel rente vragen. Toen was het renteverbod een uitwerking van ‘Gij zult niet stelen’. Nu niet meer. Toen was de veroordeling van homoseksualiteit een uitwerking van ‘Gij zult niet doodslaan’, nu niet meer. Nu staat seksualiteit in een paarrelatie in dienst van het gevoel uniek te zijn. Ik zie geen gronden om deze zegen aan homoseksuelen te onthouden. Al is het natuurlijk wel zo dat ook zij, willen ze deze waarde binnenhalen, gebonden zijn aan de normen van exclusiviteit en duurzaamheid.
2. Het zegenen van een seksuele paarrelatie.
Maar nu terug naar het zegenen. Wat de zegen van een seksuele paarrelatie is, hebben we gezien: het leven is goed, jouw bestaan is gerechtvaardigd doordat er iemand op jou zat te wachten, op jou alleen.
En wat is dan nog zegenen? Zegenen werkt met woorden, zoals u uit de kerkdienst weet. Het oude Latijnse woord voor zegenen is dan ook “benedicere”. (Het staat nog in de nieuwe berijming van Psalm 100:3: “Gebenedijd zijn grote naam.”) Benedicere betekent: goed spreken. Met woorden roep je het goede, de zegen op, zodat het ook bewust wordt beleefd, aanleiding geeft tot vreugde en feest. De zegen was er al wel, maar nu leef je er ook in. Ziet ook wat de voorwaarden zijn (exclusiviteit en duurzaamheid) om die zegen vast te houden. Het is dus niet zonder reden dat het gereformeerde huwelijksformulier het heeft over bevestiging van het huwelijk. Je wordt vastgemaakt, stevig verankerd in de zegen, zodat de vreugde en de dankbaarheid je niet ontgaan.
Dat bevestigen gebeurt in een ritueel. Kenmerk van een ritueel is dat je ook lichamelijk in het gebeuren wordt betrokken. Die lichamelijke betrokkenheid maakt de beleving nog meer intensiever. Je knielt bijvoorbeeld en beleeft dat get gaat om goedheid, die over je komt, zonder jouw toedoen. Geconcentreerd wordt beleefd wat de waarheid over ons leven is: wij leven van genade.
Willen we homoseksuelen dat onthouden? Daarover gaan we het dus hebben. En in welke vorm dan, zodat het ook pastoraal verantwoord is, zowel ten aanzien van de vragers als van de gemeente.