Begrip
Ik probeerde het nog een keer
Nu was ze thuis; maar zou dat ook blijven
Ik begrijp het, zei ik, en legde neer
Maar ik, ik begrijp het niet meer
Ik probeerde het nog een keer
Nu was ze thuis; maar zou dat ook blijven
Ik begrijp het, zei ik, en legde neer
Maar ik, ik begrijp het niet meer
Stem die in stilte tot mij spreekt
Moedertaal, die mij doet verstaan
Woord dat sprekend de stilte doorbreekt
Taal en teken, spreek mij aan!
Aanhoorbare, in eigen taal
Verstaanbare spreker, in zacht gefluister
Steeds opnieuw verteld verhaal
Het woord is aan U, ik luister…
Heb ik je te veel gevraagd?
Het was een warme zaterdagmorgen
Wat hield je voor mij verborgen?
Je liet me in de kou staan
Heb ik je te veel gevraagd?
Je hebt er niet voor gestreden
Heb je de echte reden vermeden?
Je liet me in de kou staan
Heb ik je te veel gevraagd?
Je doet nu weer net zoals hiervoor
Heb je mijn verdriet dan niet door?
Je liet me in de kou staan
Vandaag besta je niet. Je bent niet hier
en ik heb geen foto, geen ketting, geen
ring van je gekregen om aan je te denken,
niets wat je achter liet.
Vandaag besta je niet. Maar muziek van kleine
aardschokken, een afwas van twee ontbijtbordjes
en een theeglas, treinkaartjes, enkele reis, is het
een gek die dit alles ziet?
Vandaag besta je niet. Nog zeker twee weken
zal dat zo zijn. En krampachtig blijf ik dag
aan dag, uur na uur, tegen mezelf zeggen:
Vandaag besta je niet.
En na de piep werd het stil
Gedachten vormen een mengelmoes
met gevoelens: één grote brij
Weet ik wat ik zeggen wil?
Ik weet wat ik zeggen wil
Diep van binnen voel ik het komen
Maar o! Welke woorden te gebruiken?
En na de piep werd het stil
Zelf kwam je ermee
En luchtte je je hart
Dat is niet wat je tart
Een gesprek in Taizé
Maar de -eens zo vertrouwde- sfeer
Haalt de oude herinneringen binnen
En brengt je langzaam buiten zinnen
Nee, dit kan nu even niet meer
Denkend aan mezelf
Valt jouw schaduw over mij
Jouw spies doorklieft mijn zij
Jij verdiept mijn gewelf
Mijn pen bouwt jouw naam
Mijn droom vormt jouw gezicht
Jij bepaalt dit gedicht
Maar jou treft geen blaam
Want niemand heeft meer schuld
Dan ik alleen, niet jij
Ik heb te weinig geduld
Om jou te laten gaan
Nooit zal jij verdwijnen
Ik laat jou eeuwig bestaan
Kan ik je nog eens zien
Ik wil je weer horen
Nog één keer voelen
Eén keer misschien?
Ik wil je aanraken
Ik wil je terug
Terug in ons gezin
Ik wil je beter maken
Je bent hier niet meer
Toch blijf ik je zien
Iedere dag weer
Er is een hogere macht
En ik weet dat je daar
Voor altijd op me wacht
Zonder schroom vertel je
Over het werk van je vriend
Intussen vraag ik me
Waaraan heb ik dit verdiend
Als ik je dan vraag
Of je er nog één wil
“Een andere keer graag”
En ik, ik val weer stil
Dan opeens stel je voor
“Rij je met me mee?”
En ik, ik heb niets door
En zeg dus ook geen nee
Plotseling begrijp ik het
En vraag of je me hier afzet
Met angst in d’r hart
Nauwelijks verborgen trillende stem
Die paar -later luttele- dagen
Haar plotseling verdwenen rem
Nu kan het nooit meer zo zijn
Als die mooie tijd daarvoor
Om zo goed te kunnen praten
Elkaar zo te kennen, door en door
Pas thuis gekomen tot inkeer
Geen enkele reden, spijt te laat
Geen enkel sprankje hoop meer
Verwacht ze slechts wrok, zelfs haat
Maar hij, het verbaast haar zeer
Zegt dat hij toch niet weggaat
Bad Behavior has blocked 2245 access attempts in the last 7 days.